Door de nieuwe coronamaatregelen van het overlegcomité moeten ondernemers hun activiteiten verplicht stopzetten of zullen ze zware omzetverliezen hebben.

Daarom stelt Vlaams minister van Economie Hilde Crevits 2 beschermingsmaatregelen voor om de financieel gezonde ondernemers te helpen hun vaste kosten te blijven betalen.

Het gaat om het Vlaams beschermingsmechanisme en overbruggingsleningen die terugbetaald moeten worden. De maatregelen worden nog aangemeld bij de EU in het kader van de staatssteunregels.

"Na de strikte maatregelen genomen om de verspreiding van het coronavirus te verminderen, zullen ondernemers in verschillende sectoren hun omzet opnieuw zien dalen.

Daarom stellen we nu voor om net als de voorbije 20 maanden ook nu weer de financieel gezonde ondernemingen te beschermen via het Vlaams beschermingsmechanisme.

Daarnaast voorzien we ook in overbruggingsleningen die terugbetaald moeten worden op 2 of 3 jaar. Wie sterke hinder ondervindt door overheidsmaatregelen, moeten we beschermen." – Vlaams minister van Economie Hilde Crevits

"Met de Vlaamse regering hebben we altijd klaar gestaan om te compenseren waar het nodig was. Onze financiële ruggengraat was daar telkens ook stevig genoeg voor.

Na de beslissingen van de voorbije weken en van vandaag, hebben we nu de coronaprovisie opgetrokken om de ondernemingen te ondersteunen." Vlaams minister van Begroting Matthias Diependaele

Het is belangrijk om bedrijven en ondernemers die omwille van sterke exploitatiebeperkingen een zwaar omzetverlies hebben, te beschermen. Dat hebben we de voorbije 20 maanden ook steeds gedaan en dat zullen we nu opnieuw doen.

Met die steun willen we financieel gezonde ondernemers helpen om hun vaste en doorlopende kosten te betalen. Daarom heeft de Vlaamse regering op voorstel van Vlaams minister van Economie Hilde Crevits beslist om het Vlaams beschermingsmechanisme opnieuw mogelijk te maken.

Het gaat dan om ondernemers in onder andere de eventsector, discotheken, feestzalen, bus- en personenvervoer, grote vakantiewoningen en jeugdherbergen, reisbureaus, bioscopen, professionele indoorsportclubs, .... De steun bedraagt 10% van de helft van de omzet die de onderneming had in het laatste kwartaal van 2019.

Er is een maximum steun van 11.250 euro voor ondernemingen tot 10 werknemers, 22.500 euro voor ondernemingen met 10 tot 49 werknemers en 60.000 euro voor ondernemingen met 50 of meer werknemers.

Automatische steun voor wie verplicht gesloten is

Wie verplicht gesloten is, moet voor de actuele sluitingsperiode geen omzetverlies aantonen, maar moet wel de omzet in de referentieperiode in 2019 bewijzen.

Striktere controle voor wie omzetverlies moet aantonen

Andere ondernemers die getroffen worden, maar niet verplicht gesloten zijn, moeten actief blijven en omzetverlies aantonen. Daarin zijn we strikter dan bij vorige maatregelen.

Er komt een dubbele bewijslast. Dat betekent minstens 30% omzetverlies in het laatste kwartaal van 2021 in combinatie met een omzetverlies van minstens 60% in de getroffen periode. Het omzetverlies moet worden aangetoond aan de hand van de btw-aangiften en een attest van een externe boekhouder. Er wordt geraamd dat daarvoor circa 25 miljoen euro nodig zal zijn.

Overbruggingslening

Om de moeilijke periode te overbruggen, werken we ook een overbruggingslening uit. Die kan dien voor investeringen in ventilatie, luchtkwaliteit, maar ook voor het vernieuwen van voorraden of het dekken van vaste kosten zoals handelshuur. De rente bedraagt 1%.

De looptijd van de lening is beperkt tot 24 maanden voor leningen tot 50.000 euro en tot 36 maanden voor leningen van meer dan 50.000 euro.

Het minimumbedrag voor de lening is 10.000 euro, het maximumbedrag is afhankelijk van de grootte of omzet van de onderneming en kan oplopen tot 400.000 euro. Voor de overbruggingsleningen wordt in 100 miljoen euro voorzien.

Net zoals in 2020 wordt voor 2021 een globalisatiemechanisme uitgewerkt voor gezonde bedrijven die ten gevolge de coronamaatregelen zware omzetverliezen van meer dan 60% over het ganse jaar hadden.

De maatregelen worden nog aangemeld bij de EU in het kader van staatssteunregels. In januari volgt de definitieve goedkeuring.'